Wie bepaalt hoe lang ik in een pleeggezin moet blijven?
Dit hangt ervan af of jij samen met jouw ouder(s) hebt besloten dat jij in een pleeggezin gaat wonen (vrijwillige uithuisplaatsing), of dat de kinderrechter heeft beslist dat jij in een pleeggezin gaat wonen (gedwongen uithuisplaatsing).
Vrijwillige uithuisplaatsing
De plaatsing in het pleeggezin duurt zolang jij en je ouders denken dat dit nodig is. Het kan gebeuren dat jij en je ouders of de hulpverlener het niet met elkaar eens zijn. In die gevallen kan de hulpverlener aan de Raad voor de Kinderbescherming vragen om te onderzoeken of het nodig is om je onder toezicht te stellen en of de uithuisplaatsing nog langer nodig is. De kinderrechter beslist hier uiteindelijk over.
Gedwongen uithuisplaatsing
De kinderrechter beslist hoe lang je plaatsing duurt. De plaatsing mag niet langer dan één jaar duren. Na een jaar moet er opnieuw worden gekeken of de uithuisplaatsing nog nodig is. Aan het einde van je plaatsing zijn er twee opties:
-
Je gaat weg uit het pleeggezin en gaat bijvoorbeeld terug naar huis.
-
Je blijft in het pleeggezin wonen, omdat de kinderrechter de beslissing verlengt.
De jeugdbeschermer mag dus niet zelf beslissen dat je langer moet blijven. Het kan ook zijn dat je ergens anders gaat wonen, bijvoorbeeld in een gezinshuis.