Welke informatie mag met een andere hulpverlener worden gedeeld?
De inhoud van het dossier is vertrouwelijk. Hulpverleners hebben een geheimhoudingsplicht en mogen informatie uit het dossier daarom niet zomaar met anderen delen.
Om jouw kind en jou goed te kunnen helpen, moeten zij wel weten wat er aan de hand is. Daarvoor heeft een hulpverlener soms informatie van een andere hulpverlener nodig. Alléén de hulpverlener en andere personen die direct betrokken zijn bij de hulpverlening, mogen informatie uit het dossier met elkaar delen. En dan ook nog: alléén die informatie die echt nodig is voor een goede hulpverlening.
Ook kan het voorkomen dat een hulpverlener het nodig vindt om informatie te delen met personen of instanties die niet direct bij de hulpverlening betrokken zijn. Dat mag dan alleen met toestemming van jou en/of jouw kind. Een hulpverlener mag op grond van de wet zonder toestemming wel informatie delen met de Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis als zij onderzoek doen of met een jeugdbeschermer die de ondertoezichtstelling uitvoert. Het mag alleen informatie zijn die noodzakelijk is. De hulpverlener moet dus afwegen welke informatie hij wel of niet geeft. En hij moet dit met jou en/of jouw kind bespreken.
Bij ernstige en acute zorgen
Als een hulpverlener zich ernstige zorgen maakt, bijvoorbeeld omdat er een crisissituatie of onveilige situatie voor het kind, het gezin of anderen, dan kan hij of zij beslissen om zonder toestemming informatie te delen met andere hulpverleners. Er is dan sprake van een conflict van plichten. De hulpverlener moet dan zorgvuldig afwegen welke informatie noodzakelijk is om te delen.