Mijn kind wordt onder toezicht (OTS) gesteld, wat betekent dit?
Als de ontwikkeling van het kind door problemen in een gezin in gevaar komt, kan een kind onder toezicht worden gesteld (OTS). Als de kinderrechter een kind onder toezicht stelt, zorgt de jeugdbescherming voor een gezinsvoogd/jeugdbeschermer. De ouder en het kind moeten deze hulp accepteren. De gezinsvoogd begeleidt het kind en de ouders en helpt hen bij het oplossen van de problemen in het gezin.
De ouder houdt wel het gezag over het kind. De ouder blijft dus zelf verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van het kind. Ook blijft toestemming nodig om grote beslissingen te nemen over het kind (bijvoorbeeld schoolkeuze en inschrijven in een woonplaats). De gezinsvoogd kan daarbij helpen. Het doel van de OTS is dat de ouder na een tijd weer zelf voor het kind kan zorgen.
Binnen zes weken na de start van de OTS moet de gezinsvoogd/jeugdbeschermer een Plan van Aanpak opstellen. Bij de opstelling daarvan dient de ouder betrokken te worden. In dit Plan van Aanpak worden de doelen gesteld waaraan gewerkt dient te worden en het Plan vormt daarmee de basis voor de hulp die tijdens de OTS wordt geboden.
Als je je niet aan het hulpverleningsplan houdt, dan kan de gezinsvoogd je een ‘schriftelijke aanwijzing’ geven. Dit is een opdracht die je moet uitvoeren, bijvoorbeeld jouw kind naar een speciale school sturen. De kinderrechter kan je verplichten om je te houden aan de schriftelijke aanwijzing. Daarnaast kan de kinderrechter je vragen om de schriftelijke aanwijzing vervallen te verklaren.